Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Natuurschoonwet 1928

 

Artikel 1
1
Deze wet verstaat onder:
a
landgoed: een in Nederland gelegen, geheel of gedeeltelijk met natuurterreinen, bossen of andere houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen die waarop een buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende, opstallen voorkomen - voor zover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn karakteristieke verschijningsvorm voor het behoud van het natuurschoon wenselijk is;
b
eigenaar:
1
de eigenaar van een onroerende zaak die niet is bezwaard met het beperkt recht van vruchtgebruik of, behoudens in gevallen als bedoeld in het derde lid, dat van erfpacht;
2
de vruchtgebruiker of, behoudens in gevallen als bedoeld in het derde lid, de erfpachter;
c
economische eigendom: een samenstel van rechten en verplichtingen met betrekking tot een onroerende zaak, dat een belang bij die zaak vertegenwoordigt. Het belang omvat ten minste enig risico van waardeverandering en komt toe aan een ander dan de civiel-juridische eigenaar. De verlening van uitsluitend het recht op levering wordt niet aangemerkt als overdracht van economische eigendom;
d
Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
e
Onze Ministers: Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Financiën.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld inzake de voorwaarden waaraan een onroerende zaak moet voldoen om te kunnen worden aangemerkt als een landgoed. Die voorwaarden betreffen:
a
de oppervlakte van de onroerende zaak, waarbij mede in aanmerking kan worden genomen de oppervlakte van één aangrenzende onroerende zaak die als een landgoed is aangemerkt of gelijktijdig met de eerstgenoemde onroerende zaak als een landgoed wordt aangemerkt, indien tussen de beide onroerende zaken een nauwe historische band bestaat;
b
het percentage van de oppervlakte van de onroerende zaak dat ten minste met natuurterreinen, bossen of andere houtopstanden bezet dient te zijn alsmede de aard van de natuurterreinen, bossen en andere houtopstanden;
c
de omvang en hoedanigheid van de niet met natuurterreinen, bossen of andere houtopstanden bezette terreinen, al dan niet gerelateerd aan de hoedanigheid van direct aan de onroerende zaak grenzende terreinen;
d
de wijze en de aard van de bebouwing;
e
het soort gebruik dat van de terreinen en de opstallen wordt gemaakt.
3
Indien een onroerende zaak bezwaard is met het recht van erfpacht wordt, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, in plaats van de erfpachter de hoofdgerechtigde van die onroerende zaak aangemerkt als de eigenaar, indien de hoofdgerechtigde aantoont dat bij de erfpachter geen economische eigendom van de onroerende zaak berust.
4
In afwijking in zoverre van het tweede lid worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld inzake de voorwaarden waaraan een onroerende zaak, die voldoet aan de in het tweede lid, onderdelen a, c, d en e bedoelde voorwaarden, doch niet aan de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, moet voldoen om te kunnen worden aangemerkt als een landgoed.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AY4185, Eerste aanleg - enkelvoudig, AWB 05/2719
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    21-04-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank 's-Gravenhage
    Bij de waardering op grond van de WOZ van een landgoed dat voldoet aan de vereisten van de Natuurschoonwet 1928, worden de woningen gewaardeerd op de bestemmingswaarde. Dit is de waarde die rekening houdt met de plicht van instandhouding van de, in dit geval overigens niet in de WOZ-waardering begrepen, onderdelen ongebouwd en gebouwd van het landgoed...
  • LJN BH2515, Hoger beroep, 200803387/1
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    11-02-2009
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    Bij besluit van 10 juni 2005 hebben de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister van LNV) en de staatssecretaris van Financiën het verzoek van [wederpartij] om rangschikking onder de Natuurschoonwet 1928 van de onroerende zaak "Hoenderdaell", gelegen in de kadastrale gemeente Anna Paulowna, ...
  • LJN AA8905, Eerste aanleg - meervoudig, 98/01576
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    28-11-2000
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Hertogenbosch
    BELASTINGKAMER Nr. 98/01576 HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH U I T S P R A A K Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, eerste meervoudige Belastingkamer, op het beroep van mr. S, kantoorhoudende te R, tegen de uitspraak van het hoofd van de stafafdeling Planning en Control van de gemeente W ...
  • LJN AN9863, Eerste aanleg - enkelvoudig, BK-02/01781
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    28-11-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    Woning is als een landgoed aangemerkt als bedoeld in artikel 1 van de Natuurschoonwet 1928. Gelet op de vergelijkingsobjecten is de waarde van de woning niet te hoog vastgesteld.
  • LJN AL4186, Eerste aanleg - meervoudig, 02/02568
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    08-09-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Op 23 september 1999 heeft belanghebbende samen met zijn partner (..) de eigendom verkregen van het landgoed "[a]" te [Z]. Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of (..) verkrijging van het landgoed is vrijgesteld van overdrachtsbelasting op grond van artikel 9a NSW.
  • LJN BF0120, Eerste aanleg - meervoudig, AWB 05/1967
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    10-10-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Breda
    geen samenvatting
  • LJN BF0130, Eerste aanleg - meervoudig, AWB 05/1968
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    10-10-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Breda
    geen samenvatting
  • LJN BC9203, Hoger beroep, 06/00439
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    28-02-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Hertogenbosch
    De in de NSW gehanteerde systematiek belet dat het beroep van belanghebbenden op de arresten van de Hoge Raad 6 januari 1960, nr. 14 161, BNB 1960/52 en 13 december 1995, nr. 29 716, BNB 1996/70, kan slagen. In laatstgenoemd arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat het in overeenstemming is met de strekking...
  •